Optimist32 schreef:Stel we gaan uit van het gebouw 8 uur 's ochtends : we hebben bijvoorbeeld X kWh aan warmte nodig om dit gebouw op de gewenste temperatuur krijgen. In een buffervat staat deze hoeveelheid warmte klaar in de vorm van Y liter water, bijvoorbeeld van 30 graden. Het vloeroppervlak is 10 x 10 m (10 cm dik beton). Dit is de uitgangssituatie (en gelijk voor beide systemen).
Nu twee varianten (wel extremen ...):
1 - traditionele vloerverwarming 16 mm (toch?), maar legafstand 1 meter (let op hele meter, niet echt reëel)
2 - klimaatmatten 4 mm, met legafstand 2,5 cm
We mogen onbeperkt pompen (en gaan ervan uit dat pompen even niets kost) maar beide systemen hebben een pomp van gelijkwaardige capaciteit (en vloerverwarming ligt in beide gevallen even diep in de vloer). Welk systeem kan nu in de kortste tijd de warmte in het buffervat overdragen aan de ruimte?
...
Ik denk dat de traagheid vooral zit in de "tussenliggende" beton c.q. massa. In situatie 1 heb ik 1 meter beton tussen de slangen liggen, waarvan ik het eerste uur wellicht hooguit (schatting!) 5 cm rondom de slang kan verwarmen Stel dat ik in situatie 2 slechts 2 cm rondom de buisjes verwarm.
Geen realistische situaties. Noch voor de klimaatmatten, noch voor de 'gewone' vloerverwarming.
Maar bij wijze van therapie voor de onverbeterlijke betweter gaan we dit allemaal klakkeloos aannemen als uitgangspunt.
Het kan verkeren.Optimist32 schreef:Dan ... Insituatie 1 ...op de vloer ca 10% warmteafgifte naar de ruimte toe.
En ... situatie 2 ... heb ik toch bijna de hele vloer als effectief warmteafgiftesysteem beschikbaar.
Ik heb de beschrijving hierboven (zonder me om de wetenschappelijke juistheid te bekommeren) in een tekening gegoten.
Beton 10 cm. Eerst situatie 2 klimaatmatten: buisjes met diameter 4mm om de 2,5 cm. Ziet er zo uit: Na één uur is er rond de buisjes een zone opgewarmd van 2 cm volgens de beschrijving.
Ziet er zo uit: Conclusie: de warmte geraakt niet tot aan het oppervlak en warmt bijgevolg nog niets in de kamer. De afgifte in de kamer wordt immers bepaald door de temperatuur (verschil) van de oppervlakte, de stofeigenschappen van de oppervlakte. Geen van deze twee zijn na een uur gewijzigd.
Situatie2 dan : 2 buizen 16 mm met rondom 5 cm warmteafgifte ziet er zo uit: Conclusie: Een 5% (visuele schatting) van het oppervlak is verwarmd en zal een beetje warmte aan de kamer afgeven.
Aannames blijken niet correct.
Terug naar af.
De nieuwe aannames zijn ?
G